voorwende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·wen·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor vz en wende zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorwende | voorwendes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de voorwende m
- (waterbeheer) oude naam voor de dijk langs een rivier bij een rivierpolder
- ▸ Aan het eind van de twaalfde eeuw brak een nieuwe periode aan in het ontstaan van de dorpspolders. De dorpen in het rivierkleigebied gingen over tot de bouw van een voorkade of voorwende aan de rivierzijde. Deze kade sloot aan op de oudere dorpsbekading: die van de zijde- en achterwende.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'voorwende' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Erfgoed Gelderland“Voorkade binnenweg Ewijk”