voortraject
- Geluid: voortraject (hulp, bestand)
- voor·tra·ject
- samenstelling van voor zn en traject zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voortraject | voortrajecten |
verkleinwoord |
het voortraject o
- alle voorbereidende handelingen die men uitvoert voordat men met de eigenlijke handeling kan beginnen
- Het voortraject was pijnlijk, maar toch was iedereen verheugd toen eindelijk vliegveld Berlijn Brandenburg geopend kon worden.
- Het woord voortraject staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.