voorspook
- voor·spook
- samenstelling van voor en spook [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorspook | voorspoken |
verkleinwoord | voorspookje | voorspookjes |
het voorspook o
- Het woord 'voorspook' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.