• voor·speld
  • vervoeging van voorspellen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van: voorspellen…
verbogen vorm: voorspelde

voorspeld

  1. voltooid deelwoord van voorspellen
vervoeging van
voorspelden

voorspeld

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorspelden
    • ... dat ik voorspeld.