voorhouden
- Geluid: voorhouden (hulp, bestand)
- voor·hou·den
- samenstelling van voor en houden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
voorhouden |
hield voor |
voorgehouden |
klasse 7 | volledig |
voorhouden
- iemand vertellen hoe jij denkt dat de wereld in elkaar zit
- Vrouwen hebben mannen eeuwen lang voorgehouden dat mannen geen kinderen kunnen opvoeden.
- iemand ergens mee confronteren
- Ik hield hem een spiegel voor, zodat hij eindelijk begreep wat zijn lompe praat teweeg bracht.
- Het woord voorhouden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "voorhouden" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be