• voor·af·ge·gaan
vervoeging van: voorafgaan…
verbogen vorm: voorafgegaane

voorafgegaan

  1. voltooid deelwoord van voorafgaan
     Maanden van volksprotest zijn aan Keïta’s gedwongen aftreden voorafgegaan, net als bij de staatsgreep in 1991.[1]
     Binnen worden we voorafgegaan naar de bar, nog helemaal leeg, net als trouwens het grootste deel van het restaurant.[2]
     Bij X. ging het dus om de vraag of tbs ‘met voorwaarden’ voorafgegaan door celstraf voldoende beveiliging, preventie en vergelding zou bieden.[3]
  • aan … is … voorafgegaan
  • voorafgegaan door …
stellend
onverbogen voorafgegaan
verbogen voorafgegane
partitief voorafgegaans

voorafgegaan

  1. op een eerder moment, in een eerdere tijd
     Vaak zijn deze klachten te relateren aan een voorafgegaan trauma of aan overbelasting, en verdwijnen ze spontaan.[4]
     Na tien jaar waren dus, in Febvre's gedachten, beide begrippen, eer en vaderland, niet langer gescheiden, maar tot een eenheid geworden, zoals ook Napoleon gewild had. Dat Febvre ze in 1946 nog gescheiden zag, had een zeer persoonlijke oorzaak: in de voorafgegane oorlog had hij een broer verloren bij de verdediging van Noord-Afrika tegen de invasie der geallieerden.[5]
  1.   Weblink bron
    Bram Vermeulen
    “Met staatsgreep herhaalt geschiedenis van Mali zich” (19 augustus 2020) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Frank van Dijl
    “De ‘vibe’ is hier belangrijker dan de culinaire ambities” (19 mei 2018) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Folkert Jensma
    “Soms is strafrechtelijk waarzeggen gewenst” op nrc.nl  
  4.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    M.A.J. van Rossum e.a.
    “Reflectoir-sympathische dystrofie, ook bij kinderen” (3 juni 1994) op ntvg.nl
  5.   Weblink bron
    J.L. Heldring
    “Eer” (15 november 1996) op nrc.nl