vogelspotten
  • vo·gel·spot·ten

vogelspotten

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vogelspotten


zwak -t volledig
  1. kijken naar vogels als hobby
     De Nederlandse Arjan Dwarshuis (30) heeft het wereldrecord vogelspotten gebroken. Hij verslaat hiermee het record dat vorig jaar werd gevestigd. Toen spotte een Amerikaan 6042 vogels in een jaar. Arjan fotografeerde gisteren vogel nummer 6119: de Buffy-crowned Wood Partridge.[1]


  1.   Weblink bron “Nederlander breekt wereldrecord vogels kijken” (Vrijdag 11 november 2016, 13:17), NOS