voetballiefhebber

 
een tribune vol voetballiefhebbers
  • voet·bal·lief·heb·ber
enkelvoud meervoud
naamwoord voetballiefhebber voetballiefhebbers
verkleinwoord voetballiefhebbertje voetballiefhebbertjes

de voetballiefhebberm

  1. iemand die graag naar een voetbalwedstrijd kijkt
    • Peter (41) werkt bij een groot bedrijf, waar hij belangrijke deals sluit met externe partijen. Na veel onderhandelingen vraagt een potentiële nieuwe zakenpartner of hij interesse heeft om een keertje voor de gezelligheid mee te gaan naar een belangrijke voetbalwedstrijd. Peter, die zelf groot voetballiefhebber is, wil uiteraard graag mee. Mag dat zomaar? Kun je giften aannemen, of zijn daar bepaalde voorwaarden aan verbonden? [2] 
    • Daar vrezen we een beetje voor. Spanje is op papier een klasse te sterk voor de Russen, waardoor het gastland mogelijk heel verdedigend gaat spelen, waardoor Spanje niet vrij kan voetballen. Het is een veel geziene tactiek dit WK bij de 'mindere' ploegen. De echte voetballiefhebber kan evenwel nog steeds genieten van de klasse van spelers als Isco en Iniesta. [3] 
    • Met de gele trui om zijn schouders rijdt Greg Van Avermaet vandaag als een trotse Belg door Frankrijk. Als groot voetballiefhebber hoopt Van Avermaet vanavond opnieuw te kunnen juichen, als zijn land het in de halve finale van het WK opneemt tegen de Fransen. [4] 
  2. iemand die zelf graag voetbal speelt