Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlucht·lad·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vluchtladder vluchtladders
verkleinwoord vluchtladdertje vluchtladdertjes

Zelfstandig naamwoord

de vluchtladderv / m

  1. een ladder bedoeld om te gebruiken tijdens het vluchten.
    • De vluchtladder wordt in geval van nood gebruikt. 

Gangbaarheid