Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vloek·ten stijf
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
stijfvloeken

vloekten (…) stijf

  1. meervoud verleden tijd van stijfvloeken
    • Wij vloekten stijf. 
    • Jullie vloekten stijf. 
    • Zij vloekten stijf. 

Gangbaarheid