stijfvloeken
- stijf·vloe·ken
- samenstelling van stijf en vloeken
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stijfvloeken |
vloekte stijf |
stijfgevloekt |
zwak -t | volledig |
stijfvloeken
- overgankelijk iemand met vloeken en scheldwoorden overladen
- Die arme man werd helemaal stijfgevloekt.
- Het woord stijfvloeken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.