vlijlaag
- vlij·laag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vlijlaag | vlijlagen |
verkleinwoord |
de vlijlaag m
- (waterbeheer) laag plat geplaatste stenen in een talud, waarop later de zetsteen geplaatst wordt
- ▸ Zo’n glooiing bestaat b.v. uit zetbasalt op een stortsel van puin, liggende op een vlijlaag.[2]
- Het woord vlijlaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron A.P.Postma“Weg- en waterbouwkunde, deel III” (1936), Kosmos, Amsterdam, p. 90