vliegtuigonderdeel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlieg·tuig·on·der·deel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vliegtuigonderdeel vliegtuigonderdelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het vliegtuigonderdeelo

  1. deel van een vliegtuig
     Enkele ballonnen die ervoor zorgden dat de romp ging drijven, gingen kapot, waardoor het vliegtuigonderdeel weer naar de zeebodem zonk. Binnenkort wordt een nieuwe poging gedaan om het grootste stuk van het toestel uit de Javazee te halen.[2]
     Een groot deel van de nog verrassend herkenbare brandstoftank spoelde twee weken geleden aan op het strand in de buurt van Veere. Onderzoekers van de stichting Wings to Victory konden het vliegtuigonderdeel snel herleiden tot de spitfire van Sydney Cheeseman.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Eerste poging berging romp AirAsia-toestel mislukt” (24-01-2015), NOS
  3.   Weblink bron “Aangespoelde brandstoftank op Zeeuws strand maakt eind aan 76 jaar onzekerheid” (31-10-2020), NOS