vliegtuigfabriek
- vlieg·tuig·fa·briek
- samenstelling van vliegtuig en fabriek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vliegtuigfabriek | vliegtuigfabrieken |
verkleinwoord | vliegtuigfabriekje | vliegtuigfabriekjes |
de vliegtuigfabriek v
- een bedrijf waar vliegtuigen worden gemaakt
- Fokker was een Nederlandse vliegtuigfabriek.
- Het woord vliegtuigfabriek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.