vliegenplaag
- vlie·gen·plaag
- samenstelling van vlieg zn en plaag zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vliegenplaag | vliegenplagen |
verkleinwoord | vliegenplaagje | vliegenplaagjes |
- de aanwezigheid van hinderlijk veel vliegen
- Het woord vliegenplaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Victoria Holt“Een waaier van geluk” (1988), Saga, ISBN 9788726484939
- ↑ Weblink bron “Vliegenplaag in Rotterdamse wijk: 'Ik werd er overspannen van'” (Dinsdag 30 augustus 2022, 17:24), NOS