• vleu·gel·wijd·te
enkelvoud meervoud
naamwoord vleugelwijdte vleugelwijdtes
vleugelwijdten
verkleinwoord

de vleugelwijdtev

  1. de grootste afstand tussen de toppen van twee vleugels
     Het was wat je noemt natte- vingerwerk, en als ik niet die vreemde avonturen had beleefd, had ik het nooit op me durven nemen.[1]
     De Europese zeearend is de grootste roofvogel die in Nederland voorkomt. Het dier met z'n karakteristieke bruine kop kan twintig jaar oud worden, 8 kilo wegen en een vleugelwijdte bereiken van 2,5 meter.[2]



  1. Victoria Holt
    “Gevangene van de Pasja” (1989), Saga, ISBN 9788726484915
  2.   Weblink bron “Europese zeearend krijgt jongen in Zeeland, 'dit is gaaf'” (zaterdag 14 april 2018, 12:38), NOS