vleessoep
- vlees·soep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vleessoep | vleessoepen |
verkleinwoord | vleessoepje | vleessoepjes |
- (voeding) vloeibaar warm gerecht bereid door spierweefsel van zoogdieren in water te koken
- ▸ In permafrost kunnen groentes ook niet groeien, dus het diner is karig. Inwoners eten bevroren rauwe witvis, zalm, paardenlever en veel vleessoep.[2]
- Het woord 'vleessoep' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Sterre van der Hee“Fotoserie: zo leven de inwoners van Ojmjakon, de koudste plek op aarde” (31 december 2014) op nrc.nl