Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vlees·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vleeshuis vleeshuizen
verkleinwoord vleeshuisje vleeshuisjes

Zelfstandig naamwoord

het vleeshuiso

  1. (geschiedenis) een gebouw waarin overdekt handel gedreven wordt in vlees
    • Het vleeshuis van Antwerpen dateert van 1250. 

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be