vleeshuis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vlees·huis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vlees en huis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vleeshuis | vleeshuizen |
verkleinwoord | vleeshuisje | vleeshuisjes |
Zelfstandig naamwoord
het vleeshuis o
- (geschiedenis) een gebouw waarin overdekt handel gedreven wordt in vlees
- Het vleeshuis van Antwerpen dateert van 1250.
Gangbaarheid
- Het woord vleeshuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vleeshuis" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be