visstaartje
- Geluid: visstaartje (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- vis·staart·je
- samenstelling van vis zn en staartje zn
het visstaartje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord visstaart
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | visstaartje | visstaartjes |
het visstaartje o dim. tant.
- (vlinders) insect uit de familie Nolidae van vlinders in de superfamilie Noctuoidea . Er zijn 1700 soorten bekend. De Nederlandstalige naam dankt deze familie aan de naschuivers (achterste potenpaar) van de rupsen, die in een v-vorm ten opzichte van elkaar staan, en wel wat op een staart van een vis lijken
- bremvisstaartje, donker visstaartje, fraaie wilgenuil, groot visstaartje, grote groenuil, katoengroenuil, klein visstaartje, kleine groenuil, kleine wilgenuil, licht visstaartje, populierengroenuil, variabele eikenuil, vroeg visstaartje, zilveren groenuil, zwartlijnvisstaartje
- Het woord 'visstaartje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.