vissoep
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vis·soep
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vis en soep
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vissoep | vissoepen |
verkleinwoord | vissoepje | vissoepjes |
Zelfstandig naamwoord
- (voeding) soep bereid van vis(resten)
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord vissoep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vissoep" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be