visserslatijn
- vis·sers·la·tijn
- samenstelling van visser en Latijn met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | visserslatijn | - |
verkleinwoord | - | - |
het visserslatijn o
- opschepperij van vissers over hun vangsten
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord visserslatijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.