• vi·ool·vir·tu·oos
enkelvoud meervoud
naamwoord vioolvirtuoos vioolvirtuozen
verkleinwoord

de vioolvirtuoosm

  1. iemand die heel goed viool kan spelen
     Toch zijn wij er bijzonder aan gehecht, omdat het hier ter plekke naar het leven is geschilderd, toen de vioolvirtuoos op het hoogtepunt van zijn roem in dit hotel verbleef op doorreis naar bijval en furore aan de grote vorstenhoven van Europa.[2]
     De Maastrichtse vioolvirtuoos streek in 2014 een winst van ruim 4,3 miljoen euro op, volgens Quote. Zijn totale omzet daalde met 6 miljoen euro tot bijna 32,3 miljoen, Rieu kende zichzelf daarnaast een toelage toe van 1,6 miljoen.[3]
     De zwaar gepeste Tyler Butler-Figueroa (11) uit North Carolina heeft gisteren in het veertiende seizoen van de populaire talentenjacht America's Got Talent de kijkers ontroerd met een beladen optreden. De vioolvirtuoos stond niet muisstil op het podium, maar gaf een complete dans-act weg.[4]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers  , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 15
  3.   Weblink bron “André Rieu strijkt miljoenen op” (02 feb. 2016), De Telegraaf
  4.   Weblink bron
    Julia Lassche
    “Gepeste violist Tyler (11) ontroert met spectaculaire dans-act in America's Got Talent” (12-06-2019), Tubantia