• vi·ool·klank
enkelvoud meervoud
naamwoord vioolklank vioolklanken
verkleinwoord vioolklankje vioolklankjes

de vioolklankm [1]

  1. muzikaal geluid geproduceerd door het strijkinstrument viool
     Een paar minuten later glijdt hij in zijn Jaguar door de stad, perfect geklimatiseerd, badend in de vioolklanken uit het audiosysteem, terwijl de buitenwereld geruisloos langs de raampjes trekt.[2]
     In de video’s, slechts twaalf seconden lang, zijn vioolklanken te horen terwijl de hoofden van de drie mannen in beeld verschijnen. Op het eind is de tekst ‘09/03 09:03' te zien, verwijzend naar 3 minuten over 9 op 9 maart, vermoedelijk het moment waarop het lied uitkomt.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Onder buren” (2021), Ambo/Anthos uitgevers  , ISBN 9789026356186
  3.   Weblink bron
    Leon van Wijk
    “Marco Borsato keert na scheiding en burn-out terug met duet Rolf Sanchez” (04-03-2021), Tubantia