vingerwerk

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  vingerwerk    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈvɪŋərwər^ək / (3 of 4 lettergrepen)

Woordafbreking

• vin·ger·werk

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  vinger zn  en  werk zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	vingerwerk	vingerwerken
verkleinwoord	vingerwerkje	vingerwerkjers

Zelfstandig naamwoord

het vingerwerk o

1. precies werkje dat men met de vingers doet

Afgeleide begrippen

• nattevingerwerk

Verwante begrippen

• handwerk

Gangbaarheid

• Het woord vingerwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.