Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vin·ger·vor·mig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen vingervormig vingervormiger vingervormigst
verbogen vingervormige vingervormigere vingervormigste
partitief vingervormigs vingervormigers -

Bijvoeglijk naamwoord

vingervormig

  1. vorm van een vinger hebbend
    • Vertanden is het vingervormig in elkaar grijpen van twee aardlagen die gelijktijdig maar meestal onder verschillende omstandigheden zijn afgezet. 

Gangbaarheid