vingervijgje
- (IPA in voorbereiding)
- vin·ger·vijg·je
- samenstelling van vinger zn en vijgje zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | vingervijgje | vingervijgjes |
het vingervijgje o dim. tant.
- (bloemplanten) Argyroderma fissum een vetplantje uit de ijskruidfamilie (Aizoaceae ) dat endemisch is op de Knersvlakte in het noorden van de provincie West-Kaap van Zuid-Afrika
- Het woord 'vingervijgje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- [1] vingervijgje op Wikidata