Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vin·ger·oe·fe·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vingeroefening vingeroefeningen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vingeroefeningv

  1. het oefenen van een vaardigheid in het algemeen
    • Het tulpenscenario is slechts een charttechnische vingeroefening uiteraard, want de ene hype is de andere niet. De enige overeenkomst tussen de diverse bubbels is dat er uiteindelijk een climax volgt en dat de prijzen hierna pijlsnel omlaag gaan.[2] 
    • Volgens het nepbericht, waarschijnlijk geschreven als vingeroefening, zou Google voor 9 miljard dollar Apple kopen en zijn intrek nemen in het luxueuze hoofdkantoor van de iPhone-maker in Cupertino. Weinig beleggers zullen dat serieus hebben genomen, aangezien Apple op de beurs momenteel meer dan 800 miljard dollar waard is. De marktwaarde van Google ligt rond de 700 miljard dollar.[3] 
  2. het oefenen van de vingers, zoals bij pianospelen
    • „Wibi doet nu wel vingeroefeningen en hij zit doelloos achter de piano. Omdat hij zich dan indenkt hoe het klinkt”, vertelt zijn manager. „Nog steeds is het wachten op het aanslaan van de medicamenten. Want zijn rechterhand en zijn linkerhand weten niet van elkaar wat ze doen. En Wibi hoort de tonen vervormd. Soms lukt het om dat te corrigeren. Vaak niet en dat is heel frustrerend. Want Wibi wil zo graag.”[4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf ROMBOUT KERSTENS 31 okt. 2017
  3. de Telegraaf 10 okt. 2017
  4. de Telegraaf DUNYA DIERCKS 09 apr. 2009