vierendertigjarige
- Geluid: vierendertigjarige (hulp, bestand)
- IPA: / ˈvirənˌdɛrtəxˌjarəɣə / (7 lettergrepen)
- vier·en·der·tig·ja·ri·ge
- bn: vierendertigjarig bn met de uitgang -e
- zn: afgeleid van vierendertigjarig bn met het achtervoegsel -e
vierendertigjarige
- verbogen vorm van de stellende trap van vierendertigjarig
- De vulkaan werd weer actief na een vierendertigjarige periode zonder uitbarstingen.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vierendertigjarige | vierendertigjarigen |
verkleinwoord |
- levend wezen dat 34 jaar oud is of iets dat 34 jaar bestaat
- De vierendertigjarige heeft zijn vijf jaar jongere echtgenote tijdens zijn studie in Deventer leren kennen.
- Het woord vierendertigjarige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.