vierde-eeuwer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vier·de-eeu·wer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vierde en eeuw zn met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vierde-eeuwer | vierde-eeuwers |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de vierde-eeuwer m
- iemand die in de vierde eeuw heeft geleefd
Gangbaarheid
- Het woord vierde-eeuwer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.