Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vier·blad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vierblad vierbladen
verkleinwoord vierblaadje vierblaadjes

Zelfstandig naamwoord

het vierblado

  1. (bouwkunde) een bepaalde vorm in maaswerk waarbij vier overlappende cirkels met ieder een spitsbogig einde in een vierhoek gelegen zijn en open zijn aan de kant waar ze elkaar raken
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen