vetpot
- vet·pot
- samenstelling van vet en pot [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vetpot | vetpotten |
verkleinwoord | vetpotje | vetpotjes |
de vetpot m
- een pot waar vet in zit
- een rijk gevulde pot met veel en goed eten, een overvloedige maaltijd
- een pot met smeermiddel voor een machine met bewegende onderdelen
- dat is geen vetpot
dat geeft geen rijkdom
- - Veertig jaar later loopt het betalingsverkeer richting kunstenaars weliswaar soepeler, maar een vetpot is het niet.[3]
1. een pot waar vet in zit
3. Een pot met smeermiddel voor een machine met bewegende onderdelen
het is geen vetpot
- Het woord vetpot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vetpot" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ vetpot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Sandra Smallenburg 14 december 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be