houten vetpot
  • vet·pot
enkelvoud meervoud
naamwoord vetpot vetpotten
verkleinwoord vetpotje vetpotjes

de vetpotm

  1. een pot waar vet in zit
  2. een rijk gevulde pot met veel en goed eten, een overvloedige maaltijd
  3. een pot met smeermiddel voor een machine met bewegende onderdelen
  • dat is geen vetpot
dat geeft geen rijkdom
- Veertig jaar later loopt het betalingsverkeer richting kunstenaars weliswaar soepeler, maar een vetpot is het niet.[3]
99 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]