Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vet·klier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vetklier vetklieren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vetklierv / m

  1. een klier die vet of olie uitscheidt naar de huid
    • De eenden kunnen hun pakje waterdicht houden met olie uit hun vetklier. Daarvoor moeten ze kunnen zwemmen. Zonder water raken ze lek en vriezen ze dood. [2] 
    • Heeft Guy Verhofstadt een vetklier zoals eenden? Die wrijven daar regelmatig over met hun veren om ze waterbestendig te maken. De veren van de premier blijken kritiekbestendig te zijn. [3] 
    • Vervolgens schraapten de onderzoekers op twintig plaatsen, van de neusvleugel via de navel tot achter op het been, huidmateriaal af. Ook sneden ze stukjes huid weg rond de haarwortels en de vetklieren ernaast. [4] 
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[5]


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. De Standaard 28 JANUARI 2005 door achilles cools NATUURDAGBOEK. Blotevoetenkou
  3. De Standaard 30 SEPTEMBER 2006 OM 00:00 UUR | Van onze redacteur Guy Tegenbos Kritiek glijdt van Verhofstadt's pluimen
  4. NRC Marianne HeselmansPaula van Alphen 18 juli 2009 Ze zitten overal
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be