Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ves·pers
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de vespersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vesper
  2. alleen meervoud (religie) voorlaatste gebed van de dag in de kloosters
Opmerkingen
  • Het enkelvoud "vesper" heeft dezelfde betekenis en is dus voor wat betreft de betekenis niet het enkelvoud van "vespers", het meervoudsvorm is wellicht gebruikelijk geworden omdat andere aan het Latijn ontleende gebedstijden als metten en lauden alleen een meervoudsvorm hebben.

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen