• ver·zil·verd
  • vervoeging van verzilveren: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van: verzilveren…
verbogen vorm: verzilverde

verzilverd

  1. voltooid deelwoord van verzilveren
stellend
onverbogen verzilverd
verbogen verzilverde
partitief verzilverds

verzilverd

  1. voorzien van een zilverlaagje
     Op een hoge tafel in de hoek stond een grote bakelieten radio met een verzilverde draaischijf waarin vooroorlogse zendstations waren gegraveerd. Waarschijnlijk zou hij met de juiste transformator nog aan de praat te krijgen zijn. Maar er zou niet dezelfde muziek uit opklinken als vroeger.[1]


  1. “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers  , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 17