Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·waand·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verwaandheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verwaandheidv

  1. het hebben van een hinderlijk hoge dunk van zichzelf
    • Haar verwaandheid is spreekwoordelijk. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid