Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·waai·ing
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van verwaaien met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord verwaaiing
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verwaaiingv

  1. de verstoring van wild door een door de wind verspreid geurspoor

Gangbaarheid