• ver·volg·af·spraak
enkelvoud meervoud
naamwoord vervolgafspraak vervolgafspraken
verkleinwoord vervolgafspraakje vervolgafspraakjes

de vervolgafspraakv / m

  1. een geplande bijeenkomst die volgt op de huidige
     Een halfuur later heeft ze in elk geval bereikt dat ze een vervolgafspraak heeft met de weerspannige puber.[1]
     Een keer per week moet Monkel naar het ziekenhuis voor een infuus. Zo'n twee keer per maand logt hij in op het portaal. "De vragen die ik aan de verpleegkundige stel en de antwoorden die zij geeft komen in het portaal in een soort verslagje. Ook de vervolgafspraak staat daar in. En herhaalrecepten kan ik zelf aanvragen, zonder tussenkomst van een telefoniste."[2]
  1. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  2.   Weblink bron “'Zo'n e-consult vind ik het handigste dat er is'” (18-08-2016), NOS