vervenen
- ver·ve·nen
vervenen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vervenen |
verveende |
verveend |
zwak -d | volledig |
- veengrond afgraven zodat men de bovenste laag als turf kan verkopen
- Tot eindelijk opeens bekend werd, dat de firma Verstegen en Donk de grond gekocht had en zelf zou gaan vervenen. [2]
1. veengrond afgraven zodat men de bovenste laag als turf kan verkopen
- Het woord vervenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vervenen" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
22 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC (1969)–H.H.J. Maas Peel omnibus
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be