vertrouwensstemming

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·trou·wens·stem·ming
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord vertrouwensstemming vertrouwensstemmingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de vertrouwensstemmingv

  1. een raadpleging van een groep mensen waarbij men de vraag stelt of men wel of geen vertrouwen in iemand heeft
     Johnson treedt ook per direct af als partijleider van de Conseratieve Partij. Vorige maand overleefde hij nog een vertrouwensstemming, toen een meerderheid van zijn partijgenoten vond dat hij kon aanblijven. Nu tientallen leden van zijn kabinet zijn opgestapt, treedt Johnson alsnog terug.[1]
     De Bulgaarse regering is gevallen na een vertrouwensstemming in het parlement. Leden van de oppositie brachten een motie van wantrouwen in stemming, die het haalde met 123 tegen 116. De regering zat pas een half jaar in het zadel.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Britse premier Johnson stapt op, maar blijft zitten tot opvolger bekend is” (onderdag 07 juli 2022), NU.nl
  2.   Weblink bron “Bulgaarse regering gevallen, vierde stembusgang in ruim een jaar dreigt” (Donderdag 23 juni 2022), NOS