Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·stand·hou·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verstandhouding verstandhoudingen
verkleinwoord verstandhoudinkje verstandhoudinkjes

Zelfstandig naamwoord

de verstandhoudingv

  1. relatie waarbij men elkaar begrijpt en een goede band heeft
    • Vader en zoon hadden een goede verstandhouding met elkaar. 

Gangbaarheid