verslavingsprobleem
- ver·sla·vings·pro·bleem
- samenstelling van verslaving zn en probleem zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | verslavingsprobleem | verslavingsproblemen |
verkleinwoord |
het verslavingsprobleem o
- (medisch) aandoening gekenmerkt door het feit dat de patiënt afhankelijk is van een bepaald genotsmiddel kan (m.n. tabak, alcohol en drugs)
- Gevoeligheid voor verslaving heb je of heb je niet, maar je blijft het wel je leven lang. Het is het eerste wat psychologe Kathleen Stessens vertelt in de groepstherapie. ‘De meeste mensen die bij ons zijn opgenomen hebben geen primair verslavingsprobleem’, benadrukt Stessens.[1]
- Over het huwelijk met Véronique Pirotton zei M.C. het niet te begrijpen. “Iemand van 55 jaar trouwt niet op twee maanden. We wisten, door haar reputatie in Luik, dat ze verslavingsproblemen had, dat ze ziek was.[2]
- Het woord verslavingsprobleem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ de Standaard 26/05/2017 om 11:06 door Nathalie Carpentier 'We gingen samen oud worden. Waarom is me dat niet gegund?’
- ↑ de Standaard 29/09/2016 om 13:25 door sdv “Ik heb Bernard zich nooit zien opwinden”