Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vers·ge·ma·len
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen versgemalen
verbogen
partitief versgemalens

Bijvoeglijk naamwoord

versgemalen

  1. zojuist fijngemaakt in een molen
    • Die versgemalen koffie ruikt heerlijk. 

Gangbaarheid