verschijningsvorm

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·schij·nings·vorm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verschijningsvorm verschijningsvormen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de verschijningsvormm

  1. vorm waarin een verschijnsel zich voordoet
     Ik kon mij voorstellen dat haar poëzie compromisloos experimenteel zou zijn, en van een aantrekkelijke eenzelvige gekte, die in feite een getormenteerde en door geen criticus begrepen verschijningsvorm was van passie die woedde als een uitslaande brand.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen