• ver·scherpt
  • vervoeging van verscherpen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van
verscherpen

verscherpt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verscherpen
    • Jij verscherpt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verscherpen
    • Hij verscherpt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van verscherpen
    • Verscherpt! 
vervoeging van: verscherpen…
verbogen vorm: verscherpte

verscherpt

  1. voltooid deelwoord van verscherpen
stellend
onverbogen verscherpt
verbogen verscherpte
partitief verscherpts

verscherpt

  1. strenger, strikter
    • Het verschepte toezicht op de leerlingen had al snel een positief resultaat.