• ver·ram·sjen

verramsjen [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verramsjen
verramsjte
verramsjt
zwak -t volledig
  1. goedkoop van de hand doen van overtollige boeken die men niet voor de volle prijs kan verkopen
     'De huidige boekenmarkt wordt gekenmerkt door een select aantal bestsellerauteurs en verder een heleboel schrijvers die amper iets aan hun boeken verdienen. Veel uitgevers hebben als verdienmodel om boeken al heel snel te verramsjen, dan blijft er voor auteurs niets meer over.[2]
     Sinds de dood drie jaar geleden van Appie Baantjer, geestelijk vader van De Cock, ontfermt Peter Römer zich over het culturele erfgoed dat de schrijver naliet. „Ik maak me druk over Baantjer”, erkent Peter, die zondag 61 jaar werd. „Het is nationale trots die nooit mag worden verramsjt!”[3]
46 % van de Nederlanders;
17 % van de Vlamingen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Gualthérie van Weezel
    “Vaste boekenprijs wankelt door acties website” (20-06-2011), Tubantia
  3.   Weblink bron
    VANESSA BONTJE
    “Peter ’Buitendam’ Römer waakt over De Cock” (17 sep. 2013), De Telegraaf
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be