Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·pleeg·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verpleegkosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verpleegkostenmv

  1. (medisch) geld dat men moet betalen voor de verpleging van patiënten
     Een dag in een verpleeghuis kost zo'n 200 euro. Daar moet alles van gedaan worden: de verzorging, medicijnen, een arts, schoonmaken, eten, huisvesting. Een dag in een TBS-kliniek kost 500 euro. Een ligdag in het ziekenhuis kost alleen al aan verpleegkosten 700 euro, en dan zijn de kosten van de medische behandeling en de diagnostiek niet meegerekend. Een dag in een ziekenhuis kost dus al snel 1000 euro.[2]
     Verpleegkosten in 2030 verdubbeld[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “De hardnekkige problemen van de verpleeghuiszorg” (Zaterdag 15 november 2014, 12:45), NOS
  3.   Weblink bron “Verpleegkosten in 2030 verdubbeld” (Vrijdag 20 januari 2012, 02:38), NOS