Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·oor·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord veroordeling veroordelingen
verkleinwoord veroordelinkje veroordelinkjes

Zelfstandig naamwoord

de veroordelingv

  1. een uitspraak van een rechter waarbij de beschuldigde iets verweten wordt
  2. de oproep om iemand een straf te geven
  3. afkeuring

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be