verweten
- ver·we·ten
- vervoeging van verwijten: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛi/ - /e/)
vervoeging van |
---|
verwijten |
verweten
- meervoud verleden tijd van verwijten
- Wij verweten.
- Jullie verweten.
- Zij verweten.
- Wij verweten.
- ▸ Het waren vooral alfatypes die mij verweten egoïstisch en asociaal te zijn.[1]
vervoeging van: | verwijten… |
verbogen vorm: | verwetene |
verweten
- voltooid deelwoord van verwijten
- Het woord verweten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers