• ver·nis·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vernissen
verniste
gevernist
zwak -t volledig

vernissen

  1. overgankelijk iets voorzien van een laag vernis
    • Het boekenkastje werd gevernist. 

de vernissenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord vernis
92 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be