• ver·niel·al
enkelvoud meervoud
naamwoord vernielal vernielallen
vernielals
verkleinwoord

de vernielalm

  1. iets dat alles kapot maakt in het bijzonder een kanon
  2. iemands vuilbekkende mond
  3. iemand die alles kapot maakt
32 % van de Nederlanders;
37 % van de Vlamingen.[2]