vernielal
- ver·niel·al
- samenstelling van verniel ww en al [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vernielal | vernielallen vernielals |
verkleinwoord |
de vernielal m
- iets dat alles kapot maakt in het bijzonder een kanon
- iemands vuilbekkende mond
- iemand die alles kapot maakt
- [3] vandaal
- Het woord vernielal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vernielal" herkend door:
32 % | van de Nederlanders; |
37 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be